In deze aflevering vertel ik je over waar ik nu sta met Human Design en waarom ik het systeem stilaan ben ontgroeid. Ik overloop met jou nog even de valkuilen die ik zie en wat er volgens mij nodig is om uit de Human Design-sleur te komen waar zoveel mensen in gevangen lijken te zitten.
Transcriptie
Ik luisterde onlangs naar een van de podcast-afleveringen van mijn tantra-mentor over het transcenderen van persoonlijkheid en het onthechten van de mind. Daarin zei hij, en ik parafraseer: “We zijn veel meer dan een persoonlijkheid en een mind. Bewustzijn heeft geen persoonlijkheid. Bewustzijn heeft ook geen mind. Het zijn slechts maskers waar doorheen we het mens-zijn kunnen ervaren, maar als we ons eraan hechten of ons ermee identificeren, dan komen we in de problemen en missen we bewustzijn en waarheid.”
Nu, het zijn van die typisch non-duale uitspraken natuurlijk, die ook vaak misbegrepen worden. Dit soort dingen kan je met de mind niet echt begrijpen, want de mind vervalt al snel in dogma of spiritual bypassing. Maar laat ik toch een poging wagen, want ik wil een link leggen met mijn ervaring van wat Human Design doet.
Bewustzijn komt vóór mind en persoonlijkheid
Bewustzijn is niet hetzelfde als persoonlijkheid en mind. Je kan de persoonlijkheid (je verhaal, voorkeuren, gedragspatronen) en de mind (gedachten, overtuigingen, analyses) waarnemen, dat wel. En dat impliceert dat er iets is dat voorafgaat aan persoonlijkheid en mind: het waarnemend bewustzijn zelf. De mind en persoonlijkheid zijn slechts uitdrukkingen van dat bewustzijn, maar ze zijn niet dat bewustzijn.
Wanneer we ons hechten aan die persoonlijkheid en mind, dan creëert dit lijden, omdat je dan denkt dat je bent wat je denkt of hoe je reageert, i.p.v. dat je de ruimte bent waarin dat alles verschijnt.
In diepe contemplatie, meditatie of tantrische ervaringen (ik verwijs hier weer even naar mijn beoefening van tantra-meditatie) kun je momenten van puur “zijn” beleven waarin de persoonlijkheid even lijkt op te lossen. Dat voelt voor mij althans als thuiskomen in iets groters en vrijers dan het zelfbeeld. Volgens mij is dat ook precies wat Ra bedoelde met “Passagiersbewust-zijn.” (← Ik heb hier zelf even het koppelteken geplaatst, omdat het om een “zijn” gaat, geen ding of iets dat je doet.)
Waar het vaak misloopt
Maar diezelfde begrippen en concepten leiden vaak ook tot waar het dan misloopt.
Onthechten van de mind klinkt eenvoudig, maar het kan verkeerd begrepen worden als: je moet tegen je mind vechten. Terwijl het juist de strijd tegen de mind is die veel mentale pijn en lijden veroorzaakt. Er is niets mis met de mind. Het doet gewoon z’n ding. Waar het misloopt is dat we ons vereenzelvigen met wat de mind denkt, dat we ons ermee identificeren en het voor waarheid aannemen — ons eraan hechten dus, alsof we de mind zijn.
En ook het transcenderen van de persoonlijkheid wil niet zeggen dat je moet stoppen met mens zijn of je identiteit moet wegvagen. De valkuil is spiritueel perfectionisme of ontmenselijking, bv. als in: “Ik moet leeg, stil en onpersoonlijk of onaanraakbaar worden.” Dan verlies je eigenlijk alle verbinding, alle empathie, alles wat jou mens en levend maakt. Dat kan ook niet de bedoeling zijn.
Persoonlijkheid en mind zijn middelen, instrumenten, spelvormen. Ze zijn tijdelijk, vergankelijk, veranderlijk, en precies daarin ligt hun schoonheid. Je bent er niet van afgescheiden; je bent er alleen niet door beperkt.
De omkering
Wat als het niet gaat om ertegen vechten, het afwijzen of overstijgen, maar om doorzien en vrijmaken?
We hoeven de persoonlijkheid niet uit te wissen of “zonder persoonlijkheid” te zijn.
We hoeven de mind niet stil te leggen of leeg te maken.
We mogen ze ook gewoon doorzichtig maken, er doorheen prikken, ze zien voor wat ze zijn: slechts aspecten en instrumenten waar doorheen we ons mens-zijn ervaren, meer niet.
In dat geval worden ze niet langer een gevangenis, maar een soort doorgeefluik.
Dan ben je geen slachtoffer meer van je gedachten of identiteit, maar ga je ermee dansen. Net zoals je ook een cello kan vastnemen om jouw muziek er doorheen te laten klinken als het ware. Als bewustzijn bespeel je het instrument, niet andersom.
Het kleine zelf
In sommige spirituele tradities wordt er verwezen naar de mind en de persoonlijkheid als “het kleine zelf” of “het lagere zelf,” om te verwijzen naar die diepere laag van ervaring waarin je ziet dat je bewustzijn bent, en dat alles wat daar in verschijnt, inclusief de persoon “Daisy” (in mijn geval, haha) slechts een tijdelijke verschijningsvorm is. Die tijdelijke verschijningsvorm is dan het kleine zelf, terwijl er iets veel groters aan het werk is doorheen dat kleine zelf.
De valkuil zit er natuurlijk in dat mensen dan gaan denken: “Oei, dan mag ik geen persoonlijkheid of gedachten meer hebben.” Of erger nog: “Ik moet mezelf afbreken of uitwissen om spiritueel te zijn.”
Nope. Je hoeft alleen te beseffen dat je ruimer bent dan alles wat je denkt of dacht te zijn.
En wat dan?
Dan kan je met de persoonlijkheid spelen, met de mind filosoferen, en met het leven dansen, zonder dat je jezelf ooit nog hoeft te verliezen.
Het nut van Human Design
Maar wat is dan het nut van Human Design, hé?
Want we weten dat de Human Design-grafiek symbool staat voor een kwantum van enerzijds het Design (het voertuig of lichaam) en anderzijds de Persoonlijkheid (de mind, wie we denken dat we zijn, of ons kleine zelf).
Hoe meer ik met deze vraag ga zitten (wat is het nut van Human Design als je dit weet?), hoe meer ik zie dat daar een heuse paradox in verstopt zit. Want Human Design claimt je de weg te wijzen naar het Passagiersbewustzijn (alhoewel veel mensen dat uit het oog lijken te zijn verloren in hun benadering van Human Design), maar werkt tegelijk met iets dat verdacht veel lijkt op een spirituele persoonlijkheidskaart of identificatiesysteem.
Human Design laat dus zien hoe ons vormprincipe (Form Principle, ook zo’n leuke term van Ra) functioneert, aka het voertuig waarmee je door het leven reist. Denk: je biologie, je energetische bedrading, je conditionering, je triggers, je gevoeligheden. Hierin nemen we mee in de vergelijking: de mind, want dat is een aspect van het voertuig. Het bewustzijn staat daarbuiten. Het Passagiersbewustzijn is niet de mind, maar wat zich achter de mind bevindt en als het ware het lichaam (Design) via de mind (Persoonlijkheid) bewust kan ervaren.
Jij bent niet dat vormprincipe. Je bent niet het Design en ook niet de Persoonlijkheid. Je bent het bewustzijn erachter, de Passagier die meerijdt met dit vormprincipe dat een geometrische lijn volgt in tijd en ruimte in een Universum van schijnbare afgescheidenheid.
Het nut van de grafiek is dus niet om je te vertellen wie je bent, maar om te laten zien wie je niet bent. En dan bedoel ik niet het “niet-zelf” dat Ra aanhaalde, maar alles: je bent niet je Design, niet je Persoonlijkheid en ook niet de kwantum van beiden samen.
Je bent niet hier om je design te leven;
je bent hier om getuige te zijn van jouw design dat geleefd wordt.
Je hoeft je chart niet te worden.
Je hoeft haar alleen te leren waarnemen zonder ermee te vechten, zonder je ermee te identificeren.
Maar wat doet het ego/de mind?
En toch… het ego kan het niet laten om er iets anders mee te doen:
“Ik ben een 5/1 dus ik moet afstand houden.”
”Ik ben een Projector, dus ik mag niets doen zonder uitnodiging.”
”Ik heb poort 22, dus ik ben nu eenmaal emotioneel dramatisch.”
Etc.
Zie je het patroon?
De mind gaat meteen met het systeem ervandoor en maakt er een nieuw ego-kleedje van. Een Human Design-persoonlijkheid, zeg maar.
Dat is niet per se verkeerd, maar het is ook niet waarachtig.
Het is een fase. Een gebruikelijke, menselijke fase op het pad van deconditionering.
Maar ook die fase zullen we moeten loslaten om waarachtig te zijn.
De mind heeft slechts beperkt zicht en ziet niet het grotere plaatje, want de mind is slechts een middel waar doorheen bewustzijn zichzelf kan waarnemen. Om het gehele plaatje te hebben moeten we net voorbij gaan aan de mind naar de ruimte erachter, de plek waar woorden en taal ook tekortschieten, maar waar wel waarachtigheid leeft.
Hoe kan Human Design dan wel nog helpen?
Human Design kan enigszins wel nog helpen, denk ik, om:
oude gehechtheden te doorzien (wie je dacht te moeten zijn);
conditioneringspatronen te herkennen en ruimte te creëren;
de mechanica van je voertuig te omarmen zonder oordeel.
Maar dit komt met een grote maar…
Als Human Design je vervolgens een nieuwe persoonlijkheid of idee van wie je bent doet aanmeten, dan zit je weer in hetzelfde schuitje. De bedoeling van deconditioneren is loslaten, niet nieuwe laagjes er bovenop gaan leggen.
Human Design zou an sich nog altijd moeten uitmonden in het besef dat jij niet bent wat jouw grafiek je laat zien. Het helpt je alleen om oude gehechtheid en conditionering te doorzien en daar los van te komen, maar vervolgens moet je dan ook de grafiek gaan loslaten. Anders schiet het zijn bedoeling volledig voorbij.
En dat is waarom Human Design het afgelopen jaar bij mij steeds meer begon te schuren. Ik raak het systeem stilaan ontgroeid. Ik merk dat ik mijn grafiek niet langer nodig heb om waarachtig te zijn wie ik ben. De illusie is stilaan doorprikt waardoor loslaten geen oefening meer is, maar een manier van zijn.
Ik ben immers de ruimte achter het design.
De leegte waaruit alles stroomt.
De stilte die geen Type of definitie kent.
Je Human Design-grafiek is als een handleiding voor een magisch voertuig, zou je kunnen zeggen. Leuk om even te lezen, handig om je rit wat soepeler te maken, maar het échte bewustzijn zit op de achterbank te glimlachen en weet: ik ben niet deze auto. Ik zit erin voor de joyride.
Het kwantum
We weten vanuit Human Design dat we een Design hebben, afgebeeld in rood of roze in de grafiek. Dat zijn de ankerpunten die ons de (voor de mind) onbewuste voorkeuren van het lichaam laten zien, onze instincten, natuurlijk ritme, energieverwerking, etc.
Het Design “weet” gewoon hoe het wil leven. Zonder verhaal. Zonder zelfbeeld. Gewoon: mechanisch, precies, betrouwbaar. Het is de kant van onze beleving als mens dat geen woorden nodig heeft. Ze is gewoon wat ze is en doet haar ding, los van wat de Persoonlijkheid, de mind of het kleine zelf wil of verwacht.
En dan hebben we aan de andere kant die Persoonlijkheid in het zwart, de mind, het masker, wie we denken dat we zijn, dat kleine zelf dat denkt aan het stuur te zitten en de waarheid denkt te kennen.
Dit zijn onze gedachten, ons verhaal over onszelf en de wereld, ons zelfbeeld. Het is de laag die in staat is tot reflectie, die nadenkt en probeert te begrijpen en die zich identificeert. Het is ook de laag die zegt: “Ik ben een 5/1. Ik ben intuïtief. Ik hou van mensen. Ik ben speciaal. Ik ben beschadigd. Ik moet beter mijn best doen…”
De Persoonlijkheid is de kant die denkt dat ze aan het stuur zit (maar dat is dus niet zo).
Samen vormen ze het kwantum: een Persoonlijkheid in een Design, een mind in een lichaam, of beter: het lichaam brengt de mind voort als een soort venster voor bewustzijn om doorheen te kijken en zichzelf te kunnen waarnemen, voelen, zien, ervaren, etc.
Maar wij zijn geen van beiden.
We zijn de Passagier. Het bewustzijn achter de kwantum.
Of nog dieper: we zijn de ruimte waarin voertuig (Design) én masker (Persoonlijkheid) verschijnen.
Bewustzijn is niet de Persoonlijkheid.
Bewustzijn is wat waarneemt dat er een Persoonlijkheid is.
Waarom staat die Persoonlijkheid dan eigenlijk in de grafiek?
Hier komt dan de subtiele nuance:
De grafiek toont niet wie je werkelijk bent.
Ze toont ook niet wie je moet zijn.
Ze toont een interface: hoe bewustzijn via dit lichaam én deze mind door het leven reist.
Het is dus geen blauwdruk van jouw Zelf, maar een soort GPS-configuratie van deze tijdelijke incarnatie. Zowel lichaam (Design) als mind (Persoonlijkheid) hebben hun rol in dit toneelstuk, maar jij hoeft je met geen van beide te identificeren.
En ja, de persoonlijkheid is een projectie. Maar daarom is ze nog niet waardeloos. Ze is een filter waardoor bewustzijn zichzelf beleeft. Zoals een prisma dat wit licht breekt in kleuren.
De uitnodiging
Laat je mind zijn verhaal vertellen.
Laat je lichaam zijn weg volgen.
Maar herinner je steeds weer:
Ik ben niet wat ik denk.
Ik ben niet wat ik voel.
Ik ben het bewustzijn dat alles waarneemt.
Daar ligt de vrijheid.
En Human Design is slechts een kaart. Geen bestemming.
De valkuil van de grafiek
Waarom voelt een grafiek voor veel mensen intussen meer als een soort valkuil dan als bevrijding?
Omdat:
De mind/het ego wil zekerheid, en Human Design lijkt daarin een perfect antwoord te bieden: “Jij bent zo. Dit is jouw autoriteit. Dit zijn je gaven.” Maar datzelfde ego gaat er dan ook meteen verstoppertje mee spelen. Het maakt van een mogelijk bevrijdend inzicht een nieuwe spirituele identiteit.
De grafiek benoemt een mechanica, maar wie erin verstrikt raakt, denkt: “Oei, ik mag niets doen buiten mijn eigen strategie,” of “Ik heb een open Milt, dus ik moet oppassen,” of “Mijn relatie kan niet werken want we hebben te veel compromitterende kanalen,” etc.
Weg vrijheid, hallo controlezucht… vermomd als ontwaken.Je grafiek bevestigt waar je al aan gehecht was. Je vindt herkenning en voelt je “gezien,” maar dat is ook hoe de mind zich opnieuw verankert. “Zie je wel, dit klopt.” Of: “Zie je wel, ik ben nu écht uniek.”
Door de grafiek stoppen we vaak met vragen stellen en onze mind openhouden. We denken immers dat we de bestemming kennen: onze grafiek leven. Maar dan gaan we volledig voorbij aan de bedoeling van Human Design: ons bewust worden van wie we werkelijk zijn → de Passagier, het bewustzijn achter de kwantum.
Waarom dan toch een grafiek hebben?
Dus kom ik telkens weer terug bij deze vraag: waarom zouden we dan toch een grafiek willen hebben of kennen?
Ik denk dat het enige nut van een grafiek hebben of willen kennen is dat we, in de juiste context, het spel daardoor kunnen doorzien.
De grafiek is er niet om ons te beperken, maar om te herkennen:
“Aha, dit is dus conditionering.”
“Waauw, dat gedrag is dus gewoon een patroon, geen persoonlijk falen.”
“Ik hoef dit dus niet te fixen; ik mag het gewoon waarnemen.”
“Mijn systeem heeft dus z’n eigen intelligentie. Cool! Ik hoef mijn leven dus niet te managen vanuit wilskracht.”
Jouw grafiek wordt dan geen dogma maar een deconditioneringskaart, een soort reflectietool om je innerlijke autonomie te herontdekken. Niet om meer te weten, maar om meer los te laten.
Wanneer werkt de grafiek jou tegen?
En dan kom ik op het volgende punt, wat ik nu zelf al een tijdje ervaar: uiteindelijk gaat de grafiek jou ook tegenwerken.
Als je zonder grafiek al verbonden bent met je lichaam, als je helder je conditioneringen begint te herkennen en als je moeiteloos de mind als mind kunt zien, dan heb je Human Design eigenlijk niet meer nodig. Dan ben je ervoorbij gegroeid, niet omdat het “slecht” is, maar omdat je het instrument niet meer nodig hebt om de muziek te horen. Zoals een wandelstok: nuttig op de berg, maar je blijft er niet voor altijd mee lopen.
De grafiek is alleen nuttig als je nog een her-innering nodig hebt van je natuurlijke ritme, je inherente intuïtie, het herkennen van je energetische flow, etc.
Maar zodra je weer één bent met je ritme, met je aanwezigheid, met je waarnemend bewustzijn, dan is de grafiek gewoon een oud kaartje in je jaszak. Nostalgisch, maar niet langer je kompas.
Je leeft dan geen design meer. Je leeft het Leven.
Zonder handleiding nodig te hebben.
En met een grote glimlach omdat je de grote illusie doorprikt.
Dan begint de grafiek als een veel te nauw jasje te voelen. Dan gaat de grafiek je eerder verstikken dan bevrijden. Dan gaat Human Design een obstakel vormen, terwijl de weg eigenlijk al lang vrij is.
Human Design is voor wie zichzelf nog niet vertrouwt en kent
De honger om te weten of je een Projector, Generator, Manifestor of Reflector bent is bijna altijd een zoektocht naar bevestiging, in mijn ervaring. En dat is echt helemaal menselijk, maar ook: een valkuil in een mooi papiertje met een strikje er rond.
Mensen willen vaak weten welk Type ze zijn omdat het:
een antwoord lijkt te geven op het gevoel: “Waarom voel ik me anders dan anderen?”
een verklaring biedt voor waarom het leven soms zo stroef loopt;
een identiteit geeft die (eindelijk!) uniek en erkend voelt;
een strategie aanreikt om het “juist” te doen.
En ergens is dat heus begrijpelijk. Ik bedoel maar: been there, done that. Zeker als je jarenlang of misschien zelfs je leven lang tegen je eigen natuur in hebt geleefd, tegen wil, ritme en energie in. Dan kan het (tijdelijk) voelen als thuiskomen:
“Ah, ik ben een Generator. Daarom voel ik dus zo’n frustratie als ik iets doe tegen mijn zin!”
“Oei, ik ben een Projector. Daarom crash ik als ik blijf pushen!”
“Aha! Als Manifstor hoef ik dus geen toestemming te vragen. That makes sense. Eindelijk vrij om te doen en laten wat ik wil!”
Maar dat gevoel van erkenning is vaak stap 1 van de hechting, niet van de bevrijding. Het gevoel van erkenning werkt als een flinke dosis dopamine voor je hersenen. Je wil er alleen maar meer van. En dus ga je je hechten aan alles wat jouw positieve zelfgevoel versterkt. En zie daar: een nieuwe gevangenis.
Is het dan slecht om je Type of grafiek te kennen?
Nee, maar de valkuil is wel dat je je grafiek als een identiteit gaat beschouwen in plaats van als een tijdelijke lens:
“Ik ben een Projector.” → nee, jouw voertuig heeft een Projector-aura.
“Ik ben een pure 34-20.” → nee, jouw energieveld werkt op die manier.
Jijzelf bent geen kanaal of Type of definitie.
Je bent bewustzijn. Bewustzijn heeft geen Type, geen definitie, geen persoonlijkheid, geen mind. Bewustzijn is pure ruimte, openheid, aanwezigheid, waarheid, God zelfs. De rest zijn slechts aspecten die tijdelijk tot uitdrukking komen via de ervaring van het mens-zijn in een illusie van afgescheidenheid.
De oefening:
Gebruik Type of eender welk aspect uit je grafiek om te ervaren hoe het is om te leven volgens dat bepaalde ritme, maar gooi het weg zodra het een label wordt.
Als het je vrijer maakt: top! Als het je kleiner of benauwder maakt: weg ermee.
De grafiek is een richtingaanwijzer naar loslaten en onthechting, geen bestemming zelf. Het is een sleutel, geen slot. Het is een uitnodiging tot afleren, niet tot het bouwen van een nieuwe identiteit.
Uiteindelijk wil je alleen nog weten of je een Projector of Generator bent zolang je het nodig hebt om te leren vertrouwen op iets diepers dan concepten. Zodra je leeft vanuit lichaam, ritme en aanwezigheid maakt dat label écht geen moer meer uit en ga je merken dat het label zelfs zwaar tekortschiet.
Opnieuw: Human Design is een tool voor wie zichzlf (nog) niet (volledig) vertrouwt
Voor wie het eigen lichaam, het eigen ritme, het eigen weten nog niet als betrouwbaar durft te voelen en dus een kaart nodig heeft om thuis te komen in iets wat eigenlijk nooit weg was, dan kan Human Design misschien enigszins van nut zijn, maar… Human Design maakt niets nieuws. Het wijst enkel naar wat er altijd al was:
jouw gevoeligheid
jouw energiepatroon
jouw innerlijk weten
jouw behoefte aan rust
jouw behoefte aan expressie
jouw cyclische aard
jouw intuïtie
jouw inspiratie
etc.
Maar omdat we geleerd hebben om dat alles te wantrouwen projecteren we die wijsheid liever eerst op een systeem:
“Ah, ik mag dus toch langzaam gaan — kijk maar: mijn grafiek zegt het!”
Dat is ook inherent aan de huidige achtergrondfrequentie van het Kruis van Planning en het Kruis van de Maya.
Maar waar we naartoe gaan is iets geheel anders, waarin systemen ons niet meer zullen helpen of ondersteunen. En het is erg dichtbij: februari 2027 verandert voorgoed de onderstroom van alles wat we als vanzelfsprekend, vertrouwd en “normaal” hebben beschouwd.
Sterker nog: zolang je Human Design nog denkt nodig te hebben om op jezelf te kunnen vertrouwen, jezelf te kunnen kennen, ben je niet klaar voor het Kruis van de Slapende Feniks en Penetratie, vrees ik. Loslaten van alle externe bevestiging en houvast en puur leren vertrouwen je innerlijke weten, ritme en energie is nog nooit zo belangrijk geweest als nu. NU.
Dus vraag jezelf af: ben ik aan het proberen vasthouden aan iets buiten mezelf (zoals Human Design) om die innerlijke reis met mezelf niet te moeten aangaan? Wat kan ik nu doen om een eerste stap te zetten richting dat innerlijk vertrouwen?
Ik wil je daar graag bij helpen, waar ik maar kan. Reik zeker uit als je voelt dat ik daarin een helpende rol zou kunnen spelen. Je bent welkom.
Human Design goed inzetten
Het systeem bevestigt dus eigenlijk iets wat we vanbinnen altijd al wisten, maar niet durfden te volgen zonder “bewijs,” goedkeuring of bevestiging van buitenaf.
Als je Human Design goed inzet, dan:
herinnert het jou aan je natuur (niet: je natuur aanleren);
bekrachtigt het jou om jezelf te volgen (niet: jezelf vervangen);
ontkoppelt het je van externe autoriteit (niet: een nieuwe autoriteit installeren);
brengt het je in contact met je lichaam (niet: je hoofd nog voller maken).
Maar dat werkt alleen als je Human Design als tijdelijke brug gebruikt, niet als permanente identiteit of vangnet.
En dan komt er een moment — bij sommigen snel, bij anderen na jaren, bij nog anderen misschien nooit — dat je voelt:
“Ik ben dit niet.
Ik ben geen grafiek.
Ik ben geen Type.
Ik ben gewoon hier. Nu.”
Dan is het werkelijke ontwaken begonnen.
Zonder systeem. Zonder richtingaanwijzer.
Alleen de stilte die niet uitlegbaar is.
Maar wél belichaamd kan worden.
Human Design is niet de waarheid.
Het is een vinger die wijst naar de waarheid.
Maar wie de vinger blijft bestuderen, mist de maan.
Dat is waar ik nu sta, in de ruimte voorbij Human Design, waardoor Human Design me steeds meer gaat tegenwerken, dan dat het me nog langer ondersteunt. Daar zit dan ook mijn integriteitsprobleem waar ik al maanden mee zit, maar waar ik niet de vinger op kon leggen. Daardoor heb ik het steeds moeilijker om het systeem door te geven. Het voelt niet meer oprecht, omdat ik het zelf aan het ontgroeien ben. En dus heb ik een volledige herkadering nodig.
Wat mechanisch klopt, wringt existentieel
Zodra er een “ik” opstaat dat zegt “ik ben een Projector” of “ik ben een Generator,” zit je weer in een vorm van exclusie, beperking, contractie.
Dan is het bewustzijn terug gekrompen tot een vorm. En dat voelt verstikkend.
Wie is Projector?
Wie is Generator?
Niemand.
Er is geen “ik” dat werkelijk Generator is.
Er is geen “persoon” die Projector is.
Er is alleen een vorm, een voertuig, met bepaalde frequenties, gevoeligheden, openingen.
Maar zodra je zegt: “Ik ben een Projector” of “Ik ben een puur 43-23 individu,” dan maak je van iets mechanisch weer een identiteit. En dan glipt de vrijheid tussen je vingers door.
In mijn ervaring, wat mechanisch klopt, wringt net existentieel.
Human Design zegt eigenlijk: “Deze geboortegegevens tonen een blauwdruk of een kaart met ankerpunten van de vorm.”
Maar als die vorm dan wordt vereenzelvigd met het Zelf, dan is het alsof je zegt: “Ik ben deze auto,” in plaats van dat je zegt: “Ik rijd mee met de auto én ik ben de lucht, het landschap, de weg en alles daartussen.”
Als je je vereenzelvigd met de vorm en het denkende deel van de vorm, dan wordt Human Design geen bevrijdend systeem meer, maar een nieuwe kooi. Met een vet design en mooie keynotes. Maar nog steeds een kooi.
Nieuwe taal met een paradox
Door een subtiele, innerlijke switch te maken, kan je de grafiek enigszins wel voor je laten werken:
❌ Niet: “Ik ben een Projector,” etc.
✅ Wel: “Mijn vorm heeft een Projector-aura.” “De energie van dit lichaam beweegt zich als een Generator.” “Er is hier een ervaring van het leven via een Reflector-mechaniek.”
En zelfs dat mag je weer loslaten zodra het niet meer nodig is, want het is niet de hele waarheid. Jij bent immers niet de ervaring. Je bent dat waarin alle ervaringen verschijnen en zich voordoen.
Human Design is volgens mij echt wel legit. Het kan echt wel dienen als poort naar ontwaken. Maar pas als je durft te zien dat geen enkel systeem, geen enkele grafiek jou kan vangen.
Daarvoor ben je te groot, te ruim, te vloeiend, te vrij.
Waarom dan Human Design überhaupt gebruiken?
En weer die vraag dan: waarom zouden we dan überhaupt nog willen weten wat ons design is, hoe dat voertuig en die mind werkt, als je wéét dat je niet dat voertuig of die mind bent?
Alleen zolang je je nog identificeert met een bepaald zelfbeeld, een bepaalde identiteit, je mind, je lichaam, dan kan Human Design jou iets laten zien. Het kan je uitdagen om wat je over jezelf gelooft of voor waar hebt aangenomen open te breken en los te laten. Het laat je dan niet de waarheid zien, maar de mechanica van de illusie. En soms, heel soms is dat nét genoeg om een scheurtje in die illusie te veroorzaken.
En als dat gebeurt, dan wordt Human Design overbodig, of eender ander systeem.
Want dan heb je doorzien:
“Ik ben nooit de mind geweest.
Ik ben nooit het design geweest.
Ik ben nooit de grafiek geweest.
Alles wat ik dacht dat ik was… dat ben ik niet.”
En dan blijft Human Design over als een curiositeit, of als een reflectiekader, of als een tijdelijk bruggetje voor wie nog op zoek is.
Als ik naar vroege lezingen van Ra Uru Hu luister, dan hoor ik daar eigenlijk een gelijkaardige boodschap in. Ik denk echt dat hij het ook heeft gezien, doorzien, maar dat hij ergens toch nog verstrikt was of raakte in de paradox van zijn eigen voertuig. Hij downloadde als het ware iets bijzonders dat het potentieel had/heeft om mensen te bevrijden, maar hij leefde ook vanuit overleving, ego en behoefte aan erkenning.
Hij creëerde vanuit de Openbaring van The Voice een systeem dat enerzijds deconditionering moest brengen, maar anderzijds opnieuw een mechanisme werd om je identiteit aan op te hangen.
En voilà: een papegaaienmachine.
Gecontroleerde opleidingen.
Trademark. Verdienmodellen.
Keynote-knuffelaars alom.
Een Type/Strategie/Autoriteit-patriarchaat.
En… tjakka: cashflow.
En nu?
De laatste tijd is er een trend gaande van steeds meer mensen die zeggen: “Ik heb het systeem gezien. Ervan geproefd. Verteerd. Doorzien. En ik heb geen behoefte meer aan de mechanica-poppenkast, maar wil ruimte maken voor het mysterie.”
Niet om tegen Human Design te zijn.
Maar om mensen eruit te begeleiden of zichzelf eruit te bevrijden.
Ik sta nu zelf ook op dat kruispunt.
Ik ben me eruit aan het bevrijden. En ik onderzoek hoe ik eventueel anderen eruit of er doorheen kan begeleiden. Als een zachte gids naar die plek vóór Type, Strategie en Autoriteit en het keurslijf dat de grafiek voor velen is geworden. Waar niet het begrijpen, maar het vertrouwen een anker wordt.
Ik begin steeds meer te voelen dat Human Design niet meer nuttig voor me is, al is het een langdurig en moeilijk loslaatproces van iets wat 6 jaar lang op de voorgrond van mijn leven stond en waar ik heel wat voor heb opgeofferd en in geïnvesteerd.
Ondanks dat het zijn betekenis voor mij steeds meer verliest, kan het misschien wel nog nuttig zijn voor diegenen die nog gevangen zitten in verwarring en voor wie ik misschien een kanaal kan zijn of een boodschapper die jou helpt herinneren: Je bent zoveel meer dan wat je grafiek vertelt. En je hoeft niks te worden. Je bent het al.
Zet de bril af en zie
Human Design is gewoon een bril.
Maar wie helder ziet, heeft geen bril meer nodig.
Veel mensen in de Human Design-community zijn zo gehecht aan hun bril. Ze hangen er zelfs kettinkjes met diamentjes aan. Ze wisselen geregeld van montuur. Maar op een gegeven moment komt er bij sommigen allicht wel het besef dat ze de bril eigenlijk niet nodig hebben en hun zicht net verslechtert door steeds de bril te willen ophouden. Zo zijn er mensen die al heel lang in het Human Design-experiment zitten en misschien zelfs zo vergroeid zijn geraakt met de bril, dat ze ‘m niet meer kunnen afzetten. En dat is jammer.
Ware innerlijke Autoriteit zit niet in de bril.
Het zit in het besef dat je altijd al hebt kunnen zien.
Alleen… we denken een bril nodig te hebben om te kunnen zien.
En net daardoor, als we de bril niet zien voor wat het is, slechts een tijdelijk hulpmiddeltje, zoals die zijwieltjes van je fiets, waar ik eerder al eens over vertelde, wordt dat net de vervorming van ons zicht.
Innerlijke Autoriteit is je terug herinneren dat je de bril niet nodig hebt en dat er dus een moment komt waarop je ‘m beter terug afzet. Dat moment is het moment waarop je eindelijk terug op jouw innerlijk weten vertrouwt.
En dat?
Dat is ware Autoriteit.
Share this post